Keep and Share logo     Log In  |  Mobile View  |  Help  
 
Visiting
 
Select a Color
   
 
CP en CPN: een vergelijking

CP en CPN: een vergelijking

J.A.A. van Doorn (NRC 3 april 1986)

De titel suggereert een uiterst waaghalzige onderneming maar dat valt best mee. Het is een puur academische exercitie die wordt beproefd, zij het niet zonder praktisch nut, zoals academische exercities behoren te zijn.

Bovendien wordt vooropgesteld dat we niet de huidige CPN op het oog hebben, een van de vele linkse splinters, even aardig als ongevaarlijk, maar de na-oorlogse stalinistische partij van die naam. Wat tenslotte de aanleiding betreft, die is tweeledig: geïntrigeerdheid over de demonstratieve frontvorming van alle partijen bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen op het moment dat er één lid van de Centrum Partij in hun gezelschap dreigde te belanden, cn voorts: de zeer recente vorming van knokploegen anti het CP-gevaar, met de toezegging dat voor hard geweld, nu reeds gepleegd, niet zal worden teruggeschrokken.

Dit als introductie, nu de vraagstelling: indien het juist is dat zowel de CPN als de CP volgens de meerderheid van de Nederlanders niet thuishoren in een democratische politieke orde, waarom is dan de reactie op de CP zovele malen heftiger dan deze ooit op de CPN is geweest?

Want laten we wel zijn: hoewel na de oorlog in menige kring in Nederland een fervent anti-communisme leefde, respecteerde men het recht van iedere burger CPN te stemmen. Het kwam slechts bij uitzondering voor dat tegen aanhangers van de CPN geweld werd gebruikt; de uitbarsting ten tijde van het neerslaan door de SovjetUnie van de Hongaarse opstand bleef, voorzover ik wéét, een uitzondering, die bovendien door vele weidenkenden, hoewel begrijpelijk niettemin afkeuringswaardig werd geacht.

Met de CP is het anders gesteld. De actieve leden van de partij. Janmaat voorop — ik verdiep me nu niet in de recente splitsing die hier niet terzake doet — worden volstrekt geïsoleerd en uitgestoten. Ze gelden als vieze torren die men dient dood te trappen.

Hoewel er reden te over was, is de stalinist Paul de Groot een dergelijke behandeling nooit ten deel gevallen, terwijl de levenslange stalinist-zonder-spijt Marcus Bakker zelfs een populair volksvertegenwoordiger kon worden. Een Janmaat met tienmaal de charme en honderdmaal het intellect van Bakker zal dit nooit bereiken.

Een klein deel van de verklaring wordt geboden door wat we maar de tijdgeest zullen noemen. In 1945-1960, de grote jaren van de CPN, was Nederland, ook in politicis, een rustig burgerlijk land. 'Harde actie' was een onbekende term, een afkeurenswaardige praktijk.

Thans is dat anders. 'Actievoerders' — in het midden latend of ze daartoe reden hebben — kunnen zeer ver gaan. Als het doel heilig is, zijn vele middelen geoorloofd. Dat kan zeker helpen het contrast in de benadering van CPN en CP te begrijpen. Een belangrijker verklaring ligt in de tijd van ontstaan. De CPN genoot na de oorlog veel goodwill, door moedig verzet tegen de bezetter verworven; tevens deelde de partij in de bewondering die de SovjetUnie had weten te winnen.

Daarentegen kan de CP nergens eer of roem aan ontlenen. Boekt de partij successen, dan zullen die in het beste geval worden gezien als een afvalprodukt van de massale werkloosheid, in het slechtste — en meest waarschijnlijke — geval als een betreurenswaardig resultaat van het bespelen van verwerpelijke instincten.

Tenslotte is er het punt van de openhartigheid. De CPN, zoals alle communistische partijen, spreekt bij voortduring over sympathieke zaken. Wie kan er iets hebben tegen 'Vrede, Arbeid, Brood', of woordschikkingen van gelijke strekking? En voor de naïevelingen: is belastingverlaging voor mensen met kleine inkomens niet een goede zaak, zeker indien gecombineerd met loonsverhoging?

De CP, zoals alle partijen van soortgelijke gezindte, heeft daarentegen uit de slotalinea van het Communistisch Manifest de frase geleend dat de partijleden 'het versmaden hun inzichten en hun doeleinden te verdoezelen'. Dat schrikt velen af; in ieder geval geeft dat geen ruimte voor illusies.

Tenslotte, en dat is de kern, of zou de kern van het verschil tussen beide partijen moeten zijn: hun werkelijke 'inzichten en doeleinden'.

In de periode na de oorlog was de CPN een stalinistische partij. Dat wil zeggen: een partij die bij voldoende macht radicaal zou afrekenen met de parlementaire democratie, de rechtsstaat, de particuliere eigendom, de markteconomie, de godsdienst en wat er zoal verder in de afgelopen eeuwen aan vrijheden en verworvenheden in West-Europa waren gewonnen. Bovendien had deze CPN zich verbonden met de machthebbers in het Oostblok, dat wil zeggen met een totalitaire militaristische macht waartegen mede ons land zich bewapende. In die zin nam de CPN na de oorlog de plaats in die door het verdwijnen van de NSB was vrijgekomen: die van de potentiële landverraders.

Daarentegen is de CP, voorzover mij bekend, nergens buiten de parlementaire orde. Wie de partij 'fascistisch' wenst te noemen, kan dat doen met verwijzing naar overeenkomsten terzake van vreemdelingenhaat, maar het is onzin te suggeren dat de CP behoort tot een internationale macht die Nederlands vrijheden bedreigt. Integendeel, de CP is ultra-nationaal.

 

Waardoor dan toch het verschil in reactie? Mij dunkt dat behalve de eerdergenoemde verschillen één zeer speciaal punt de aandacht verdient, en dat is de verschillende mate waarin CPN en CP ons 'op de huid' komen.

Wie erkende en onderkende dat de na-oorlogse CPN met onze maatschappelijke en democratische orde volstrekt onverenigbaar was, kon vervolgens rustig gaan slapen want de partij, zo wist hij zeker, zou nooit de meerderheid halen, zelfs geen grote partij kunnen worden. Pas dan, zo dacht de gemiddelde burger, zou het tijd zijn de geweren uit het vet te halen en burgermilities te vormen. Maar dat moment zou nooit komen.

De uitspraken van de CP daarentegen raken nu al, iedere dag, een pijnzenuw. Eén man in de raad, één stellingname van die ene man wekt afkeer en agressie. Het is niet het aantal dat weerstand oproept, niet de macht van de partij, maar de simpele presentie van leden van de partij in ons midden.

De laatste vraag is dan: waarom zo sensitief? Dat het Europese jodendom door de nazi's is uitgemoord en dat daarom, ook volgens de jonge generatie, desnoods geweld moet worden gebruikt om iedere herhaling in de kiem te smoren, klinkt goed maar is te rationeel bedacht.

Naar mijn mening is het eerder zo: weinig Nederlanders hebben in een verborgen hoekje van hun bewustzijn het verlangen ooit mee te marcheren in een communistische 1 Mei-parade, met de Nederlandse CPN-bonzen als alleenheersers op de trappen van het Binnenhof.

Vele Nederlanders horen echter in dat hoekje van hun bewustzijn wrokkige, minachtende, superieure, medelijdende of rondweg agressieve stemmen met betrekking tot gekleurde medeburgers. Die stemmen moeten worden gesmoord.

 


Creation date: Nov 18, 2022 2:56am     Last modified date: Nov 18, 2022 2:56am   Last visit date: Oct 21, 2024 3:00pm
    Report Objectionable Content